Behalve de continuïteit van de jeugdzorg in Nederland komt ook de toegang steeds meer in het gedrang. Deze conclusie kan getrokken worden uit een nieuw onderzoek van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ). De TSJ houdt toezicht op de transitie van jeugdzorg naar de gemeenten.
Jeugdzorgaanbieders vrezen voor hun voortbestaan
Uit onderzoek van de commissie blijkt dat driekwart van alle jeugdzorgaanbieders nog geen contract hebben gesloten met gemeenten. Hierdoor krijgen zij te weinig financiële zekerheid, waardoor niet zeker is of zij nog kunnen blijven voortbestaan. Bovendien kunnen zij op deze manier geen garanties voor de zorgcontinuïteit geven. “Dat kan in de praktijk betekenen dat als er geen actie wordt ondernomen, dat er organisaties die nu zorg bieden aan kwetsbare kinderen, die zorg straks niet meer kunnen bieden. En dat moeten we in Nederland niet laten gebeuren. Dat is ook de reden dat wij als commissie nu de alarmbel luiden, want er is wel actie nodig”, aldus Leonard Geluk, voorzitter van de TSJ in een uitzending van Nieuwsuur op maandag 22 september.
Gemeenten beschikken niet over inhoudelijke kennis
Gemeenten letten tijdens hun inkoopproces op volume en prijs, en proberen hier tot bezuinigingen te komen. Dit gebeurt zonder dat er in gesprekken met zorgaanbieders gesproken wordt over de mogelijke consequenties voor de kwaliteit van de jeugdhulp. Volgens de TSJ komt dit probleem voort uit het feit dat de gemeenten aan de ene kant nog weinig inhoudelijke kennis hebben over de jeugdhulp, maar aan de andere kant wel al een inkoopproces moeten starten.
Leken die de toegang regelen?
De TSJ maakt zich niet alleen zorgen over de continuïteit van zorg, maar ook over de toegang ervan. Zo blijkt dat in een aantal gemeenten niet meer professionals, maar amateurs bepalen of kinderen recht hebben op zorg. In de uitzending van Nieuwsuur is de gemeente Gemert als voorbeeld te zien.
De gemeente Gemert heeft drie dorpsondersteuners aangesteld. Als ouders zorg voor hun kinderen willen aanvragen, zullen zij eerst bij een van deze dorpsondersteuners moeten aankloppen. Zij maken dan tijdens een persoonlijk gesprek een inschatting of en welke zorg het kind nodig heeft, en welke oplossingen er binnen het directe sociale netwerk van het gezin liggen: wat kunnen zij zelf? Zij werken hierbij niet volgens een vaststaand protocol, maar op basis van gevoelsmatige inschattingen. “Wij als amateurs zijn niet degenen die de hulp gaan verlenen. Wij zijn degenen die proberen de situatie op een informele manier, waarbij mensen zich op hun gemak voelen, in kaart te brengen”, zo beschrijft een van de dorpsondersteuners zijn taak.
Zorgelijke aspecten
De gemeente Gemert heeft 30% minder budget ter beschikking, en ziet in deze werkwijze een manier om op professionele hulp te bezuinigen. Leonard Geluk vindt dat aan deze werkwijze “een aantal behoorlijk zorgelijke aspecten” zitten. “Het vergt specialisme om goed te kunnen inschatten van welk type zorg nodig is en wat precies de indicatie is”. Daarnaast heeft hij ook kritiek op het feit dat er vanuit onderbuik gevoel wordt gekeken, in plaats van gebruik te maken van de deskundigheid die in Nederland de afgelopen jaren is opgebouwd. Ook het Nederlands Jeugdinstituut noemt deze gang van zaken “zorgelijk”. Staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn reageert op woensdag 24 september dat de jeugdzorg in alle gemeenten aan een reeks strenge eisen moet voldoen. Dit houdt onder andere in dat de toegang tot zorg in handen blijft van gespecialiseerde jeugdhulpverleners.
Meer bevoegdheden en budget TAJ
Naar aanleiding van het onderzoek van de TSJ wordt gevreesd dat kinderen die op dit moment zorg krijgen, deze mogelijk op 1 januari 2015 kwijtraken. Dit geeft een zorgwekkend signaal af. De TSJ bracht op 22 september een briefadvies uit aan de ministeries van Volksgezondheid en Veiligheid en Justitie. Om de huidige problemen tijdig op te lossen, adviseert de TSJ om de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) meer bevoegdheden en budget te geven. Daarnaast adviseren zij gemeenten om jeugdzorgaanbieders elke maand een voorschot te geven, dat gebaseerd is op de prijs van dit jaar.
Van Rijn, Teeven en VNG waarborgen jeugdzorg
Staatssecretarissen Van Rijn en Teeven en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) waarborgen dat specialistische jeugdhulp in 2015 beschikbaar is voor kwetsbare kinderen. Het Rijk en de VNG volgen de voortgang van de gemeenten. Zij zetten ondersteuningsteams in bij gemeenten die achterlopen. Als een gemeente niet op tijd kan verduidelijken hoe zij alles op tijd gereed heeft, kunnen er vanuit het Rijk bestuurlijke stappen ondernomen worden om te voorkomen dat de zorg en ondersteuning voor kinderen in de knel komt. De VNG meldt op 24 september dat de Nederlandse gemeenten in groepen gaan samenwerken bij het inkopen van de specialistische jeugdzorg.