Bij gezinnen waarin mensen een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben is het soms noodzakelijk om bemoeizorg in te zetten om mensen in hun eigen kracht te zetten. “Soms liggen gezinnen helemaal in puin en is er bijvoorbeeld een dreigende huisuitzetting. Dan is er meestal weinig eigen kracht meer over”. Aan het woord is Mart de Corte, ketenregisseur in een krachtwijk in Eindhoven.
“Vaak zie je dat mensen eerst hun werk verliezen en daarmee ook hun inkomen en in bepaalde gevallen ook gas, water, licht en hun woning. Als er dan ook nog een uithuisplaatsing of ondertoezichtstelling van de kinderen dreigt en er gezondheidsproblemen zijn, dan is het niet zo moeilijk om je voor te stellen dat er soms weinig eigen kracht meer over is in een gezin”. Als een ouder dan ook nog een licht verstandelijke beperking heeft, dan wordt het helemaal lastig volgens de Corte. “Mensen met een LVB kunnen life events vaak niet aan. Ze kunnen minder antwoorden op hun problemen vinden. Deze gezinnen staan dan ook vaak onder constante druk van dreigingen van buitenaf. Ze kunnen elk moment alles kwijtraken en dat is een constante bron van stress. Het is belangrijk dat je dat als hulpverlener beseft, anders ligt het risico van een focus op één van de deelproblemen op de loer, en dat zet in de regel weinig zoden aan de dijk”.
Overleggen en opleggen
Mart geeft aan dat hij bij voorkeur samen werkt met gezinnen en liefst over het gezin spreekt wanneer de betreffende mensen er ook zelf bijzijn. “Dan wordt er door hulpverleners toch vaak genuanceerder over deze mensen gesproken, waardoor beslissingen vaak beter worden”. Daar staat tegenover dat hij soms ook tegen gezinsleden zegt dat iets móet, met name wanneer de veiligheid in het geding is. “Als je dat vanuit een eerlijke en open grondhouding doet, dan accepteren gezinnen vaak dat je zegt dat iets moet”. Het is van belang om op zo’n moment aan te geven wat er moet gebeuren, waarom dat moet gebeuren, wat er concreet van het gezin verwacht wordt en wat er gebeurt als ze dat niet doen, zo zegt de Eindhovense ketenregisseur. “Het is prima om tegen ouders te zeggen dat het belangrijk is dat hun kinderen onderwijs krijgen en ze daarom naar school moeten. Ik zeg dan tegen ouders dat ik van ze verwacht dat ze elke dag op tijd hun kinderen naar school brengen en ze weer ophalen. Wanneer dat niet gebeurt, dan maak ik daar melding van bij de leerplichtambtenaar of bij een collega bureau jeugdzorg en riskeren ze boetes of een ondertoezichtstelling”. Daarbij is het erg handig dat er in wijkteams vaak al overleg is over deze gezinnen waarbij de leerplichtambtenaar en bureau jeugdzorg al aan tafel zitten voordat er een noodzaak ontstaat tot ingrijpen. “Door duidelijk te zijn, kun je een deel van het gevoel elk moment alles kwijt te kunnen raken, wegnemen. Mensen moeten bepaalde zekerheden hebben, zoals een dak boven hun hoofd en eten op tafel. Dat geeft rust en energie in het gezin om de onderliggende problemen op te lossen”.
Sociaal wijkteam
In het samenwerken rond dergelijke casussen binnen een sociaal wijkteam, zijn er volgens Mart de Corte een aantal zaken belangrijk: “Geef elkaar de ruimte en bespreek wat je wel en niet aanpakt. Soms is het niet handig als de wijkagent langsgaat, maar soms is het ook nodig om de veranderingsbereidheid in een LVB-gezin te vergroten”. Daarnaast moeten professionals in de wijk ook mandaat van hun organisatie hebben. “Je moet kunnen opereren in een wijk en dat betekent dat je van je organisatie de vrijheid moet hebben om relatief autonoom te handelen. Niet de caseload van je organisatie is het belangrijkst, maar die van de buurt waarin je werkt. Dat betekent dan ook dat wanneer het de GGZ-verpleegkundige even boven het hoofd groeit, op sommige punten de maatschappelijk werker dan even in moet springen”.
Interessant artikel? Blijf op de hoogte door u aan te melden voor onze nieuwsbrief.