“Met de opkomst van wijkgerichte zorg wordt het ondersteunen en stimuleren van mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) bij het leggen en onderhouden van contacten steeds belangrijker voor hulpverleners. Dat geldt ook voor het betrekken van de sociale omgeving van mensen”, zegt Prof. dr. Petri Embregts, bijzonder hoogleraar op de leerstoel Mensen met een verstandelijke beperking aan de Universiteit van Tilburg. “Dat vraagt van hulpverleners dat zij, naast het luisteren naar de wensen en vragen van cliënten, ook signaleren wat de cliënt nodig heeft op het gebied van het uitbreiden en versterken van zijn of haar sociale netwerk”.
Klein netwerk
Een veelvoorkomende misvatting daarbij blijkt de gedachte dat fysieke integratie automatisch leidt tot sociale integratie. Hoewel onderzoek aantoont dat cliënten met een LVB die in de wijk wonen, een groter sociaal netwerk hebben dan mensen die in een instelling verblijven, blijft het sociale netwerk van deze cliënten klein. Bovendien hebben deze cliënten relatief weinig contact met mensen zonder beperking, wat als gevolg heeft dat ze weinig steun ervaren uit hun omgeving.
“Wat opvalt is dat maar liefst 24,5% van het sociale netwerk van een LVB-cliënt bestaat uit hulpverleners van verschillende maatschappelijke diensten. Tegelijk laat onderzoek zien dat deze cliënten veelal een vergelijkbare affectieve relatie hebben met hun hulpverleners als dat ze die met hun familie en vrienden hebben. Dat roept de vraag op of we dat wel moeten willen. Hulpverleners zijn vaak namelijk niet blijvend.”, aldus Embregts. “Waar het gaat over het bieden van materiële hulp, scoren hulpverleners hoger dan vrienden en familie. Misschien zou het goed zijn als familie en vrienden hierin ook taken zouden kunnen overnemen”.
Rol van professionals
Professionals spelen echter een belangrijke rol in de totstandkoming, uitbreiding en versteviging van de sociale netwerken van mensen met LVB. Hoewel begeleiders de laatste tijd steeds meer denken vanuit de eigen kracht van de cliënt en diens netwerk, vallen er in de beroepspraktijk wel nog een aantal zaken op. “Met name wanneer het gaat over de uitbreiding van sociale netwerken, denken hulpverleners al snel in termen van vrijetijdsbesteding samen met mensen zonder een beperking. Tegelijkertijd weten we dat eenzaamheid een groot probleem is bij deze mensen, maar is er onder de betrokken professionals nauwelijks aandacht voor bijvoorbeeld het vinden van een levenspartner”. Embregts vult aan: “Daarnaast leggen hulpverleners veel nadruk op allerlei belemmerende factoren, zoals de beperkte omvang van het netwerk en cliëntkenmerken. En dat geldt dan weer vooral voor professionals die werken met mensen met ingewikkeld gedrag of meervoudige problematiek”.
Aandachtspunten voor hulpverleners
Gevraagd naar adviezen en tips voor professionals die met LVB-cliënten in de wijk werken, zegt Petri Embregts: “Probeer allereerst in beeld te krijgen waaruit het netwerk van de cliënt bestaat en of dit netwerk aansluit bij zijn of haar interesses. Daarnaast is het zaak om als professional systematisch bezig te zijn met het uitbreiden en verstevigen van dat netwerk.”
Ook heeft zij een analyse gemaakt van de methodieken die op dit moment beschikbaar zijn voor het netwerkgericht werken met mensen met een LVB. “Deze methoden hebben een aantal zaken met elkaar gemeen. Ze nemen een levensloopperspectief en brengen de talenten en het sociale netwerk van de cliënt systematisch in kaart. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van buurtverkenningen, netwerkberaad en worden er acties ingezet op basis van een gericht actieplan”.
Het onderzoek naar methoden van netwerkgericht werken en het resultaat daarvan, zal de komende jaren doorgaan. Embregts: “Er is dringend behoefte aan effectonderzoek naar deze methodes”.
Interessant artikel? Blijf op de hoogte door u aan te melden voor onze nieuwsbrief.