Vrijwilligerswerk in de zorg voor medeburgers wordt steeds meer gevraagd vanwege de invoering van de wet maatschappelijke ondersteuning. Onderzoek door het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP) laat zien dat mensen best bereid zijn om vrijwilligerswerk in de zorg voor de medemens te verrichten, wanneer het gaat om betrekkelijk eenvoudige, weinig tijdrovende zorg. De animo van vrijwilligers voor het leveren van moeilijke en zware zorg blijkt echter klein, zo stelt het SCP in het rapport “Vrijwillige inzet en ondersteuningsinitiatieven”, waarin onder meer de zorgbereidheid van vrijwilligers in een vijftal gemeenten is onderzocht.
Ondersteuningsinitiatieven
Eén van de onderzoeksvragen die het SCP in het rapport beantwoordt, betreft de bereidheid van mensen om ondersteuning te verlenen en of mensen in de praktijk ook vrijwilligerswerk in de zorg voor andere burgers verrichten. Daarbij is specifiek gekeken naar zogeheten ‘ondersteuningsinitiatieven’. Het gaat dan om plaatselijke initiatieven, die voor het grootste deel op vrijwilligers draaien en activiteiten uitvoeren om mensen met een participatiebeperking te ondersteunen. Deze initiatieven gaan verder dan het entameren van ontmoeting en vermaak. Bovendien is er bij de onderzochte initiatieven sprake van dat de vrijwilligers die de zorg leveren, ook de regie voeren over het project en niet zozeer bezig zijn met het uitvoeren van landelijke formats.
Vrijwilligerswerk in de zorg afhankelijk van duur en zwaarte
Het rapport concludeert dat informele en professionele hulp elkaar in de ogen van Nederlanders niet uitsluiten. De helft van de mensen blijkt het eens te zijn met de stelling dat mensen die langdurig ziek zijn of een beperking hebben, zoveel mogelijk geholpen zouden moeten worden door familie, vrienden of buren. Inderdaad blijkt 62% van de ondervraagden bereid te zijn om vrijwilligerswerk in de zorg voor anderen te verrichten waar het gaat over het regelen van de post of het verzorgen van de planten tijdens vakanties. Ook de bereidheid om boodschappen te doen (87%) of te poetsen voor anderen (57%) blijkt groot. Wanneer echter gekeken wordt naar het aantal mensen dat niet alleen zegt deze hulp te willen bieden, maar dat ook daad werkelijk doet, dan ligt dat percentage aanzienlijk lager. Slechts 2% van de mensen poetst bijvoorbeeld wel eens voor een ander. De overgrote meerderheid van mensen is daarnaast van mening dat mensen die langdurig ziek zijn of een beperking hebben, naast eenvoudige, alledaagse zorg door vrijwilligers, daarnaast ook recht zou moeten hebben op professionele hulp.
De rol van vrijwilligerswerk in de zorg voor mensen met gezondheidsproblemen is dan ook zeer klein. De thuiszorg levert 58% van deze hulp, gevolgd door particulier ingehuurde hulp (23%) of mantelzorg (20%). Vrijwilligerswerk in de zorg voor deze mensen, speelt met 4% slechts een zeer kleine rol. Waar vrijwilligers een rol spelen, gaat het vooral om zogenaamde “welzijnsverhogende taken”, zoals eens een uitstapje met iemand maken of een kop koffie bij een ander gaan drinken. hulp bij het huishouden, verpleging en verzorging blijken taken die vooral door professionele zorgverleners en mantelzorgers worden uitgevoerd.
De vraag zal dan ook zijn of de wet maatschappelijke ondersteuning erin kan slagen om de rol van vrijwilligerswerk in de zorg verder uit te breiden.
Het volledige rapport kan gedownload worden van de site van het SCP.
Interessant artikel? Blijf op de hoogte door u aan te melden voor onze gratis nieuwsbrief.