De continuïteit van de cliëntondersteuning voor mensen met een beperking is door afspraken tussen kabinet, VNG en MEE Nederland zekerder geworden. De staatssecretaris laat de Tweede Kamer weten dat de cliëntondersteuning wettelijk geborgd is en bovendien zijn er afspraken gemaakt om ook gedurende de transitie de genoemde ondersteuning te garanderen.
Cliëntondersteuning in de wmo
Staatssecretaris van Rijn geeft aan dat cliëntondersteuning een belangrijk deel uitmaakt van het wetsvoorstel wmo, en dat deze vorm van hulp daarin uitgebreider verwoord is dan in de huidige wmo. Zo wordt er in de memorie van toelichting uitgebreid aandacht besteed aan de mogelijkheid om een beroep te doen op cliëntondersteuning bij de toegang van onder meer de wmo, Jeugdwet en Participatiewet. Daarnaast worden gemeenten verplicht om voor de beschikbaarheid van cliëntondersteuning voor hun burgers te zorgen. Bovendien is vastgelegd dat de cliëntondersteuning breed is geregeld. Dat betekent dat een beroep op cliëntondersteuning kan worden gedaan in het kader van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdzorg, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. Het uitgangspunt dat cliëntondersteuning ook daadwerkelijk in het belang van de cliënt is, wordt eveneens bij wet vastgelegd.
Dat betekent voor gemeenten dat zij hun beleid voor alle groepen burgers opnieuw moeten vormgeven, dus niet alleen voor mensen met een beperking, maar ook voor ouderen en de GGZ-doelgroep. Wel zijn gemeenten vrij in de manier waarop ze cliëntondersteuning organiseren en kan deze ondersteuning zowel door de MEE-organisaties derde partijen of in eigen beheer laten uitvoeren.
Bestuurlijke afspraken met VNG en MEE
Naast de wettelijke borging maakte het Rijk ook afspraken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en MEE Nederland die te maken hebben met de voorbereiding en uitvoering van de cliëntondersteuning. Met die afspraken verzekert de staatssecretaris de functie cliëntondersteuning voor de MEE-doelgroep per 1 januari 2015. Daarnaast worden door middel van de gemaakte afspraken de zogeheten “frictiekosten” voor de MEE-organisaties beperkt.
De afspraken behelzen dat de de gemeenten en MEE-organisaties uiterlijk 1 mei 2014 afspraken over de continuïteit van de cliëntondersteuning maken, waarin gemeenten tevens aangeven welk bedrag zij bij MEE zullen besteden. De definitieve contracten of subsidiebeschikkingen waarin dit vastgelegd wordt, worden voor 1 oktober 2014 gesloten. Omwille van onder meer het behoud van expertise worden gemeenten uitgenodigd tot samenwerking om samen tot regionale, bij voorkeur meerjarige afspraken te komen.
Deze afspraken maken deel uit van het transitieplan wmo dat binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd zal worden.
Interessant artikel? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief!