High school sweethearts waren ze, in lang vervlogen tijden. Drie kinderen en een crisis verder zijn ze twee alleenstaande ouders die hun ouderschap zo goed mogelijk vormgeven ondanks alle andere sores. De sores zijn zo groot dat de thuiszorg zich begon af te vragen of ‘zo goed mogelijk’ ook ‘goed genoeg’ is.
Een zoveelste ronde tafel bijeenkomst met de thuiszorg, jeugdgezondheidszorg, kinderpsychiatrische zorg (maal twee), bewindvoerder, sociale zaken en ouders. Het is een prachtig, want levensecht, schouwspel. Om voor mij onduidelijke redenen valt de een tegen de ander uit. Iedereen is stil, behalve de ouders. Ze roepen, huilen, staan op en gaan toch weer zitten. Ze vallen elkaar niet af, het is geen ruzie met elkaar. Het is ruzie met de situatie. Ze zijn niet uit elkaar omdat ze niet meer samen willen. Het gaat niet samen, dat is het. De een helpt de ander waar ie kan. Maar het wordt ook steeds wel weer duidelijk waarom het samen niet gaat.